Jurriaan Schrofer
11 March, 2020
Maar hoe werkt de NOW precies? En is de regeling voldoende? Hieronder noemen we de valkuilen en laten we zien waarom de regeling soms mooier klinkt dan hij werkelijk is. Als je vragen hebt mag je ons altijd bellen voor advies op 06 14 79 68 41 of mailen naar joris@eitje.app.
De NOW in het kort
De mythe van 90%
De valkuilen
Zaken die het lastig krijgen
NOW aanvragen
Over eitje
Met de nieuwe regeling krijgen bedrijven maximaal 90% van hun loonkosten vergoed. De regeling is in de eerste instantie bedoeld om er voor te zorgen dat jouw werknemers worden doorbetaald, niet om jouw horecazaak te redden. Daarom gelden er twee harde voorwaarden:
Ondanks de sluiting van je horecazaak blijf jij je werknemers gewoon uitbetalen.
Tijdens de subsidieperiode ontsla je geen personeel met economische redenen als motief.
De hoogte van de tegemoetkoming wordt als volgt bepaald:
Er wordt gekeken naar de bruto loonsom van januari 2020 (bij geen loonsom in januari kijken ze naar de loonsom over november 2019). Bijvoorbeeld €10.000.
De loonsom wordt met 30% verhoogd om de bijkomende personeelslasten te dekken, zoals de vakantiedagen, toeslagen en sociale lasten. In ons rekenvoorbeeld komt dat neer op €10.000 x 1.3 = €13.000.
De tegemoetkoming is X procent van dit bedrag, waarbij X het verwachte omzetverlies is en maximaal 90%. In ons rekenvoorbeeld is dit dus maximaal 0.9 x €13.000 = €11.700 per maand.
80% van dit bedrag wordt voorgeschoten, dus 0.8 x €11.700 = €9.360.
De overige €2.340 wordt later betaald, nadat het definitieve omzetverlies is vastgesteld. Er wordt dan gekeken naar hoeveel je eigenlijk moet krijgen, of je recht hebt op nog meer en of je al te veel hebt gekregen – als dat zo is moet je het overschot terugbetalen.
Hier kan je de regeling aanvragen en hier vind je het antwoord op veelgestelde vragen.
De mythe van 90%
Politici spreken van een grootschalig steunpakket, waarmee horecazaken 90% van hun loonkosten krijgen vergoed. Met een simpele rekensom laat horeca ondernemer Won Yip zien dat dit helaas niet helemaal klopt.
De NOW telt 30% op bij de bruto loonsom om “kosten zoals werkgeverspremies, werknemersbijdragen aan pensioen en de opbouw van vakantiegeld te compenseren”. Vervolgens krijg je daar maximaal 90% procent van, dus maximaal 0.9 x 1.3 = 1.17 x het bruto loon.
Yip toont dat de werknemerslasten meer zijn dan 130% van het brutoloon. Als je naar het onderstaande rekenvoorbeeld kijkt, zie je dat de reële personeelskosten eigenlijk liggen op 153,95% van het brutoloon.
Dit is eigen bijdrage van 154 - 117 = 37. Oftewel: 24% van de loonkosten. Met de NOW-regeling krijg je dus maximaal 76% van je totale personeelskosten vergoed, niet 90%.
De valkuilen
Door een aantal valkuilen krijgen de meeste horecazaken geen volledige vergoeding:
Je ontvang het maximale bedrag alleen als je omzet is teruggelopen tot 10% of minder. Als je omzet met “slechts” 30% is afgenomen, krijg je maar 0.3 x 1.3 = 39% van je bruto loonkosten. Dat is een kleine 25% van je totale loonkosten (39 / 154 * 100 = 25%).
De loonkosten worden berekend aan de hand van januari, terwijl januari in de horeca juist een van de rustigste maanden is. Daarom kan het voorschot onvoldoende zijn om je personeel mee uit te betalen.
Voordat je de laatste 20% van je vergoeding ontvangt, wordt er gekeken naar het totale omzetverlies in de maanden maart/april/mei. Maar de horeca werd pas halverwege maart gesloten. Als je er van uit gaat dat een horecazaak de eerste twee weken van maart een normale omzet heeft gedraaid, komt dat neer op een maximaal omzetverlies van 11/13 = 85%. Hierdoor heb je geen recht op de maximale subsidie.
Seizoengerelateerde zaken, bijvoorbeeld sommige van de strandtenten, hebben in januari geen omzet gedraaid, maar zouden op dit moment vol moeten zitten. De UWV berekent de tegemoetkoming met “met uw definitieve omzetverlies, en met uw gemiddelde loonsom over maart, april en mei 2020. Is dit hoger dan de loonsom van januari? Dan gebruiken we de loonsom van januari.” Als je in januari én november geen loonkosten had, maak je dus geen aanspraak op de NOW-regeling.
Zaken die het lastig krijgen
Sommige horecazaken zullen de coronacrisis overleven, andere niet. Het Nederlandse horeca landschap is competitief en, met de hoge personeelskosten en lage marges, moeilijk om in te overleven. De coronacrisis en daaropvolgende recessie kunnen veel zaken de strop om doen.
Bepaalde horecazaken zullen meer moeite hebben om te overleven:
Horecazaken die al niet zo goed liepen. Als jouw horecazaak het afgelopen jaar amper kon rondkomen, heb je hoogstwaarschijnlijk geen reserves. Daarnaast lopen veel van je kosten gewoon door. Het zal moeilijk zijn om zonder omzet je kosten te blijven dekken.
Horecazaken die kort geleden zijn begonnen. Het openen van een horecazaak vraagt om een flinke investering, voor onder andere de verbouwing, de aanschaf van gereedschap en apparatuur, de eerste inkoop en de marketing. Daarom duurt het meestal één of twee jaar voordat een horecazaak winst kan boeken. Als jij nog geen winst hebt kunnen maken, maar wel zit opgescheept met hoge kosten, heb je geen reserves om die mee te dekken.
Horecazaken met hoge vaste lasten en leningen. Vooralsnog word je niet gecompenseerd voor je huur en openstaande leningen. Als je die wel moet betalen, maar geen omzet draait om die te kunnen betalen, wordt het lastig om rond te komen.
